Klein wonder in Hoogland

Ik wilde naar Leipzig, maar het werd Hoogland, afslag Amersfoort Noord. De Matthäus Passion in de Thomaskirche... Dat moet het helemaal zijn voor Bachfans (liever een Bachfan dan een Bhagwan, zeg ik altijd maar). Ik ben een angelernte liefhebber van de passiemeester, want in mijn ouderljik huis zijn we niet veel verder gekomen dan een grammofoonplaatje van Richard Tauber met twee liederen uit de operette Das Land des Lächelns van Franz Lehár. Mijn gade daarentegen zong als meisje in het Toonkunstkoor Enschede. Op naar Leipzig dus. Maar ja, ik was natuurlijk veel te laat. Geen kaartje meer te krijgen, of ik moest er een vijfdaagse cultuurreis bij boeken à raison van 999,99 euro per persoon. Gelukkig hebben we tegenwoordig Google. Ik las vanmorgen trouwens dat een Belg via Google Earth de contouren van Jezus had gevonden. Wat een sensationale ontdekking aan de vooravond van 1 april.

Via Google ging ik op zoek naar een uitvoering iets dichter bij huis, maar wel van een professioneel gezelschap. Wat dat betreft heb ik heel wat noten op mijn zang. Ik houd niet van gemodder. Als Ajax in de buurt is, ga ik toch ook niet naar Bal Op Dak 5 kijken? De bekendste Matthäus, in de Grote Kerk te Naarden, lag uiteraard buiten mijn bereik. Voor dat evenement moet je geloof ik al een jaar van tevoren kaarten bestellen. Ik ben twee of drie keer in dat Bachbolwerk geweest en ik herinner me dat het nog een hele zit was. Na een uur kreeg ik een houten je-weet-wel en een keer zaten we achter het koor, zodat we hoofdzakelijk tegen ruggen aankeken.

Al surfend over het internet stuitte ik op The Bach Orchestra & Choir of the Netherlands. Mmm, de informatie was aanlokkelijk. Dirigent Pieter Jan Leusink had koor en orkest uit de beste beroepsmusici van West Europa samengesteld, zo las ik. Tot mijn verwondering kon ik heel gemakkelijk twee kaarten bestellen voor een uitvoering in de Martinuskerk te Hoogland. Half uurtje van Almere, nou jij weer Leipzig!

Er zijn van die momenten dat alles klopt. Zo'n moment beleefden mijn echtgenote en ik in Hoogland. De kerk was weliswaar geen architectonisch hoogstandje, maar straalde wel een zekere warmte uit. Ik heb sowieso meer met katholieke kerkgebouwen dan met die uit zondebesef in soberheid opgetrokken protestantse godshuizen. De Martinuskerk heeft iets uitnodigends, iets hartelijks bijna. We gingen op de achterste rij zitten, net niet aan het gangpad, want daar had zich al een ouder echtpaar geposteerd. De man plukte vergenoegd aan zijn grijze baardje. "Dat wordt genieten," zei hij. "Prachtig orkest, schitterend koor." Als iemand het kon weten dan was het mijn buurman wel, zo vertrouwde hij mij toe. Hij zong immers zelf ook in een koor.

Hij had geen woord teveel gezegd. Goeie genade, wat een fenomenale uitvoering! Echt de mooiste Matthäus die ik ooit heb bijgewoond. Een ijzersterk orkest, een prachtig koor, prima solisten en een zeer gedreven dirigent, die soms zo in het stuk opging dat hij met zijn onderlijf meedeinde alsof hij deelnam aan een twistwedstrijd in de jaren '60. Boven de uitvoerenden torende een groot beeld van Jezus aan het kruis uit. Van de zeven extra large kaarsen die speciaal voor de gelegenheid waren ontstoken, was er eentje uitgewaaid, maar dat mocht de pret niet drukken.

Alle solisten waren goed, maar twee sprongen er uit. De sopraan Miranda van Kralingen heeft niet alleen een prachtige stem, maar ook zeggingskracht. Zij sleept je mee in haar passie. Heel bijzonder. En dan was er de countertenor Sytse Buwalda. Heremijntijd, wat een geluid! En wat een présence! Waar Bach een pruik voor nodig had, doet Buwalda gewoon met zijn eigen lokken. Volmaakt ontspannen trad hij naar voren als hij een aria moest vertolken. Half afgewend van het publiek observeerde hij peinzend zijn collega's. Pas op het laatste moment draaide hij zich om en greep hij de toehoorders bij de kladden. Je kon in de zaal een ouweltje horen vallen. Werkelijk waar, ik zat op het puntje van onze kerkbank. Sytse Buwalda heeft mij letterlijk tot tranen geroerd.

Maar ja, er is geen koe zo bont... Middenin een meeslepend koorfragment hoorde ik opeens een gebrom. Het was net zoiets als wat je wel eens in de auto hebt. Dat je denkt: is dat nou de motor of de radio? Ik keek spiedend om mij heen en al gauw zag ik waar het geluid vandaan kwam. Uit de baard van mijn buurman. De man zong met het koor mee! Maar dan op een manier die ik het best kan omschrijven als 'gorgelend'. Och heden, dat had ik. En we moesten nog zeker anderhalf uur. Wat doe je in zo'n geval? Inderdaad, je gaat op die man letten. Je hoort dat gebrom bij wijze van spreken al voordat het koor inzet. Ik probeerde oogcontact te maken, maar de man ging helemaal op in de muziek. En hij zag er zo sympathiek uit dat ik heel laf besloot hem in de pauze maar niet aan te spreken. Ik zou wel een stukje opschuiven, niet teveel want anders zou hij er misscihen iets van denken. Tot overmaat van ramp hoorde ik ook nog het geknars van de kerkdeur. De catering was gearriveerd. Beetje olie op de scharnieren doet wonderen.

Over wonderen gesproken. Na de pauze wachtte ik vergeefs op mijn buurman en zijn echtgenote. Ze kwamen niet meer opdagen. Ik keek omhoog naar Jezus aan het kruis en ik dacht: Zou hij... Ik bedoel, misschien ergerde hij zich ook aan... Nee... Dat kan niet. Hoewel...

De zevende kaars brandde trouwens ook weer.