Een Tour van lilliputters

Het was een hele zit, maar zelfs aan de Tour 2008 is een eind gekomen. We hebben een opmerkelijke wedstrijd gezien, die een sympathieke winnaar kreeg, maar die niet langer had moeten duren. Drie weken het commentaar van Sint Maarten en Herbert Joeks met hun potsierlijke onenigheden, drie weken het gebral van de ex-coureur die in de stress schiet als het woord doping valt, drie weken Mart Smeets elke avond "Fifi, Oetu, Zieteplè" horen roepen... Het lijkt mij eerlijk gezegd meer dan genoeg.

De Tour de France is het grootste wielerevenement van de wereld, maar de globalisering heeft geen vat gekregen op de karavaan. De Tour is in feite een dorp dat drie weken door Frankrijk reist. En het is nog een conservatief dorp ook. Veranderingen voltrekken zich er langs de weg van de geleidelijkheid. Ongeschreven wetten bepalen het gedrag van de dorpelingen, ook al lijkt het van de buitenkant alsof zij heel open zijn en eerlijk en modern. Vergeet het maar. Wie zich buiten de ongeschreven wetten begeeft, wordt een paria. In het Tourcircus weet iedereen wel zo ongeveer hoe het zit met de dopage, maar die kennis is en blijft cosa nostra, onze zaak. 

Zo'n Maarten Ducrot is een schoolvoorbeeld van de Tourdorpeling die zich gedraagt volgens de ongeschreven wetten. Al spuit een renner zich voor zijn commentaarhokje vol met epo, dan nog weet Sint Maarten wel een gemeenplaats te produceren als "En dan vallen de journalisten daar weer overheen" of "Je rijdt de Tour echt niet op een bruine boterham met pindakaas". De arme Herbert Dijkstra laat zich het gewauwel van zijn confrère met engelengeduld aanleunen, want Maarten heeft nu eenmaal iets bereikt waar Herbert nog altijd van droomt: een etappe winnen in de Tour de France.

Na drie weken komen die mannen me mijn oren uit. Een goed alternatief heb ik niet kunnen vinden. De Belg vond ik nogal vlak, zelfs in de bergen. Het commentaar bij Eurosport werd gekenmerkt door een slaapverwekkende saaiheid. Dus elke keer kwam ik terug bij af. Dan luisterde ik toch weer naar die betweter en zijn goedmoedige aangever. De enige leuke etappe qua commentaar was die naar Alpe d'Huez, want toen zat Michael Boogerd in het commentaarhokje en werd de kijker vergast op een zoete mix van enthousiasme en deskundigheid.

Philip Freriks leverde goed werk met zijn alternatieve kijkjes in de plaatsen van aankomst (en vertrek), maar Le Tour de Fifi is voor wat betreft de naamgeving al bijna meer oubolligheid dan ik kan verdragen. En dan ook nog die halfintellectuele aankondiging van Mart Smeets er bovenop... Het ging mij zowaar op de zenuwen werken. Mart, je bent een klassepresentator van het niveau Desmond Lynam, maar ik wil graag met je afspreken dat je Philip in het vervolg niet meer aankondigt zoals jij denkt dat een echte Fransman het zou doen. "Fifi oetu? Fifi, zieteplè." Gewoon: "De Tour van Philip Freriks." Wat is daar nou verkeerd aan?

Dit was niet de Tour van de grote jongens. Die waren net gestopt, om dopingredenen van het feest geweerd, of niet in de vorm die we van hen gewend waren (ra, ra hoe kon dat nou?). Het werd dus de Ronde van de kleine mannen. Een Tour van lilliputters. Carlos Sastre profiteerde ervan. Hij is een prima renner, maar niet de vedette die velen als Tourwinnaar voor ogen stond. Ach, Carlos heeft misschien wel handig gebruik gemaakt van de verwarring in het Pseudo Epoloze Tijdperk. Sympathieke man overigens. De Tourzege is hem van harte gegund.