Truc met de rolstoel

Van een vriend hoorde ik een verhaal dat ik u niet wil onthouden. Om de privacy van de betrokkenen te beschermen, heb ik hun namen veranderd. Deze geschiedenis speelde zich af op onze nationale luchthaven waar een jong echtpaar op het punt stond te vertrekken naar een ontwikkelingsland in Afrika. Op verzoek van een in de hoofdstad van dat land gevestigde instelling nam het echtpaar een rolstoel mee. No big deal, zou je zeggen, maar dan heb je buiten de bureaucratie gerekend. Wilt u weten hoe het afloopt? Lees verder, zoals u hieronder wordt aangeraden.

Dat echtpaar zou dus een rolstoel meenemen. Mevrouw en meneer verkeerden in de veronderstelling dat het ingeklapte voertuig gewoon met de bagage mee kon, maar dat bleek niet het geval te zijn. Het moest speciaal worden aangemeld en dat kostte niet alleen extra tijd, maar ook geld. Op NS station Schiphol werd het echtpaar door een bevriend ouder echtpaar opgewacht. Er werd kort krijgsraad over de rolstoel gehouden. De jonge echtgenote, die ik voor het gemak Ellie zal noemen, haalde de schouders op en zei: "Geen probleem, ik ga er wel in zitten." Haar echtgenoot, vooruit we dopen hem Jaap, vond dat eigenlijk best een leuk idee. De oudere echtelieden keken er wat zuinigjes bij, maar toen Ellie in de rolstoel plaatsnam en als een natuurtalent wegsprintte, lieten meneer en mevrouw Senior (what's in a name?) al hun reserves varen.

De drie lopende leden van het bonte gezelschap moesten er de sokken in zetten om Ellie in haar rolstoel bij te kunnen houden. Het leek wel of het mens aan het oefenen was voor een sprintnummer tijdens de Paralympics. "Doe even normaal, Ellie," riep meneer Senior. Een grondstewardess wierp een vertederde blik op de sportieve rolstoeldame. Meneer Senior schudde het hoofd en sprak vergoelijkend: "Ze wil zo graag bewijzen dat ze net zoveel kan als wij." De grondstewardess keek ontroerd. "Geweldig hoor, zo'n spirit," zei ze. Meneer Senior knikte enthousiast. "Ellie is een kanjer. Ze is over het paard getild en ongelukkig terechtgekomen. Maar denk niet dat ze het koppie laat hangen. Een voorbeeld is ze," zei hij met omfloerste stem.

Inmiddels waren Ellie en Jaap bij de incheckbalie aangekomen. Ellie duwde de rolstoel zachtjes tegen de broekspijp van een zakenman die voor haar stond. Een heer, dat zag je zo aan zijn kleding. De zakenman sprong als door een adder gebeten opzij en toen hij Ellie in de gaten kreeg, bood hij haar spontaan zijn plaats in de rij aan. "Heb je je oefeningen gedaan?" vroeg Jaap bezorgd. Ellie grijnsde. "Geen tijd gehad vandaag, maar morgen ga ik twee uur trainen." Je zag dat de zakenman zich afvroeg wat voor oefeningen dat in vredesnaam konden zijn, maar Ellie zweeg discreet, al bewoog ze met ogenschijnlijk grote moeite even haar voeten.

Nadat het echtpaar was ingecheckt, gingen Ellie, Jaap en de heer en mevrouw Senior een kop koffie drinken. "Stel je voor dat Joris Linsen straks met zijn camera bij de gate staat. Wat zeg je dan?" vroeg meneer Senior aan Ellie. Ze verblikte noch verbloosde, nam een slokje van haar koffie en antwoordde: "Niets. Joris Linsen staat namelijk uitsluitend in de aankomsthal." Het werd tijd om te gaan. Ellie pakte de wieltjes van de rolstoel beet en zag daardoor niet dat een gehaaste man net achter haar om wilde lopen toen zij aan die wieltjes trok. Het was een kleine botsing, maar meneer Senior wierp de gehaaste man een blik toe die het midden hield tussen verontschuldiging en verstandhouding. Hij zei: "Dat zie je toch vaak met invaliden, dat ze met niemand rekening houden. Het is niet leuk om in een rolstoel te zitten, maar daarom hoef je toch nog niet asociaal te zijn?" De gehaaste man maakte zich schielijk uit de voeten.

De rolstoel is veilig in de hoofdstad van het Afrikaanse ontwikkelingsland aangekomen. Er zit nu iemand in die hem echt nodig heeft.