Een acrobaat in bad

Ik ging in bad. Voor het eerst sinds mijne heugenis. Het werd dus tijd. Niet dat het vuil aan mijn lichaam koekte. Allerminst! Ik ben meer het douchetype. Als gevolg van een probleempje met een eigentijds mengpaneel, produceert onze douche nog slechts water dat net niet warm genoeg is om behaaglijk te zijn. Dan het bad maar eens proberen, dacht ik. Het staat er immers al een jaartje of acht.

Al die tijd was dat bad niet aan mij besteed. Om te beginnen is het aan de krappe kant. Iets tussen lig- en zitbad in. Een soort twijfelbad. Onze badkamer verdraagt nu eenmaal geen ligbad of we zouden zo'n kuip een stukje buiten de badkamerdeur moeten laten uitsteken. Slordig en onhandig. Iemand die argeloos de eerste verdieping in ons huis betreedt, zou er zomaar in kunnen kukelen. Dat is één keer leuk, maar op den duur gaat de lol er vanaf. En je blijft dweilen.

Ik ging dus in bad en ik had er zin in. Eerst spoelde ik wat pluisjes weg met de handdouche die aan het bad bevestigd is en daarna liet ik de kuip langzaam vollopen met handwarm water. Ik deed er een scheut badschuim bij, legde het boek waarin ik aan het lezen was in de vensterbank en ging naar beneden om mijzelf een glas cognac in te schenken. Toen ik weer in de badkamer arriveerde, was het bad gevuld met water dat onder een dikke laag schuim schuilging. Ik zette mijn glas cognac naast het boek in de vensterbank en stapte voorzichtig in de badkuip. Amaai! Handwarm bleek voetheet te zijn. Langzaam zakte ik door mijn knieën. Heremijntijd, het leek wel of het water met de seconde warmer werd! Ik draaide de mengkraan op koud, maar het duurde nog een hele tijd voor de temperatuur een draaglijk karaker kreeg.

Daar zat ik op mijn knieën in het bad dat er een stuk minder uitnodigend uitzag dan toen ik er nog voor stond. Ik liet mij langzaam achterover zakken, tot mijn rug de kant van het bad raakte waar NIET de stop zat. Ha, ha, dat had ik goed gezien! Niet op de stop gaan zitten, dat kan allerlei ongewenste reacties teweeg brengen. Ik had mij een comfortabele badhouding voorgesteld, maar in werkelijkheid zag het er tamelijk potsierlijjk uit. Mijn knieën staken als twee eenzame alpentoppen boven het schuim uit. De Jungfrau Joch, zoiets, met daartussen een vreedzaam op het schuim dobberend lichaamsdeel dat nog het meest aan een verschrompeld speelgoedeendje deed denken. Even schoot mij het beeld in gedachten van burgemeester Jorrtsma die hoogspersoonlijk haar verontschuldigingen voor het woord "azijnpisser" kwam aanbieden en die nietsvermoedend het gangetje naar mijn werkkamer binnen liep, de verkeerde deur opende en even later gillend van het lachen de trap afrolde onder het herhaaldelijk roepen van de woorden: "Nou, als dat een azijnpisser is, gooi ik hoge ogen in The Voice Of Holland!"

Ik verschoof mijn lichaam om die knieën in een gemakkelijker houding te krijgen. Naast mij hoorde ik het klotsen van water dat over de badrand liep. Met veel moeite vond ik de ideale positie. Ja, ideaal voor dat bad, niet voor mij. Ik lag als een haring in een ton, ingeklemd als ik was tussen de zijkanten van het bad en de beperkte lengte van wat ik niet eens een kuip zou willen noemen. O ja, mijn glas cognac! Het stond achter mij op de vensterbank en ik kon er met geen mogelijkheid bij zonder kopje onder te gaan. Aan het boek dacht ik al niet eens meer.

Nadat ik een minuut of vijf onbeweeglijk in het bad had gelegen, besloot ik er uit te gaan. Maar hoe? Linksboven mij hing gelukkig een stevig verankerde verwarmingsradiator. Ik legde mijn hand om één van de buizen en trok hem vervolgens met een kreetje terug. Wie had de thermostaat op 22 gezet?

Met veel beleid worstelde ik mij in mijn uitgangspositie, dus met de knieën op de bodem van het bad. De vloer van de badkamer was inmiddels in een soort pierenbadje omgetoverd. Moeizaam kwam ik overreind. Een vlaag tocht streek langs mijn ooit gestroomlijnde lichaam dat met schuim bedekt was, waardoor ik er als een Michelinmannetje uitzag. Voorzichtig stapte ik over de rand van het bad op de kletsnatte vloer van de badkamer. Onder de net niet warme douche spoelde ik het schuim van mij af. Huiverend droogde ik mij af, trok mijn ochtendjas aan en maakte mij, met boek en glas cognac, schielijk uit de voeten.