Een paard op sokken

Toen ik gisteren het conferentiecentrum Meeting Plaza in Maarssen binnenliep, zag ik vlakbij de receptie een paard op sokken staan. Het beest droeg bovendien op zijn edele hoofd een schemerlamp. Ik kneep mezelf in de arm, want voor hetzelfde geld had ik een zinsbegoocheling. U moet namelijk weten dat ik de afgelopen maanden zeg maar dag in dag uit aan een boek over de relatie tussen mens en paard werk. Soms ben ik zo in de inhoud verdiept, dat ik bij wijze van spreken ga hinniken als mij iets gevraagd wordt. En als ik een tuinhekje zie, moet ik de neiging onderdrukken daar even stijlvol als elegant overheen te springen.

Ik wendde mij lichtelijk verbijsterd tot een dame van de receptie en vroeg ietwat stompzinnig: "Is dat een paard?" Hotelmedewerkers zijn er op getraind ook de domste klant het idee te geven dat hij koning is en dus antwoordde zij niet "Ja, wat dacht u dan, een koe?" maar "Ja, dat is een paard. Leuk hè." Ik was blij dat het in ieder geval niet aan mijn verstandelijke vermogens lag en dat ik inderdaad oog in oog stond met een paard op sokken en een schemerlamp sûr son tête. Al gauw kwam het paard uit de mouw. Het gaat om een kunstwerk en hoe je daar ook over denkt, het trekt veel bekijks en het levert dito commentaar op.

Als u de geschiedenis van dat kunstpaard wilt lezen, kunt u terecht op de website www.mindz.nl. En als dat niet lukt, komt u er al googlend naar Meeting Plaza via een omweggetje vast ook. U kunt daar in ieder geval lezen dat die sokken een keer spoorloos verdwenen zijn. Ik meen als gevolg van een wasbeurt.

De grote komiek Johan Buziau, het voorbeeld waaraan Toon Hermans zich spiegelde, zei ooit met die hoge, slepende stem van hem: "Wat weten de mensen van paarden? De mensen weten niets van paarden." Mijn vader vertelde dat hij Buziau in Tuschinsky had gezien en dat de man daar minutenlang zwijgend zijn publiek had aangestaard, tot een paar toeschouwers nerveus begonnen te giechelen, waarna het niet lang duurde voor de hele zaal zat te schateren. Dat was het moment waarop Buziau met voornoemde stem schetterde: "Waar lachen jullie om?" Dit terzijde.

Mensen en paarden. Talloze verhalen kun je er over vertellen, maar dat ga ik hier niet doen. Ik beperk mij tot één korte versie van een treurige geschiedenis, die zich rond de Eerste Wereldoorlog afspeelde. Een Duitse wiskundige, Wilhem von Osten genaamd, had een paard waarvan hij in alle oprechtheid meende dat het kon rekenen. Dat paard heette Hans, maar verwierf al snel de troetelnaam 'Kluger Hans'. Herr Von Osten gaf demonstraties en liet daarbij zien dat Hans een mondeling aan hem voorgelegde rekensom door met zijn hoofd te knikken van een uitkomst voorzag. En hij deed dat niet alleen ten overstaan van zijn baas. Er kwamen geleerden aan te pas om het raadsel op te lossen, maar geen van allen slaagden zij er in een logische verklaring te vinden voor de wonderbaarlijke rekenkunsten van Kluger Hans. Totdat een goocheme wetenschapper op het idee kwam dat Hans net zolang met zijn hoofd knikte tot een voor het menselijk oog nauwelijks waarneembare verandering in het gedrag van de vragensteller hem de overtuiging schonk dat hij bij het juiste antwoord was aangekomen. Als u het mij vraagt, is dat nog knapper dan kunnen rekenen, maar zo dacht men er in die tijd niet over. De wetenschapper liet Kluger Hans blinddoeken, het paard bleef subiet het antwoord op een eenvoudiige rekenvraag schuldig en vanaf dat moment heette het dier weer gewoon Hans.

Ofschoon het met de reputatie van zowel Wilhelm von Osten als voorheen Kluger Hans was gedaan, bleef de wiskundige voor zijn gevallen held zorgen. Hij nam Hans zelfs mee toen hij zich in Berlijn vestigde. Dat was niet zo fijn voor Hans, want hij moest het daar doen met een binnenplaatsje waardoor hij te weinig beweging kreeg. Mensen zijn vaak zo hardvochtig! Toen Wilhelm von Osten overleed, werd Hans zonder pardon naar de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog gezonden. Wat daar met paarden gebeurde kunnen we rangschikken onder het hoofdstuk 'wat gebeurd is, is gebeurd, we kunnen er maar beter niet meer over praten'.

Arme Hans.