Een wereld van verschil

Groot nieuws: Nederlandse studenten zijn te laks om hun OV Chipkaart te activeren. Slechts een derde van het werkschuw tuig heeft die toch zo simpele handeling uitgevoerd. Lange rijen dreigen, want de deadline nadert. Maar er is iets op gevonden. De komende weken gaan speciale promotieteams studenten aansporen om het verzuim goed te maken. De economische recessie is nog niet uitgewoed, maar in Nederland worden promotieteams ingezet om slordige studenten naar een automaat te lullen. En de media staan er bol van. Godallemachtig.

De vergelijking met Haïti ligt voor de hand, maar ik trek hem toch. Niet dat ik er voor pleit een aardbeving in Nederland te laten plaatsvinden om eens te kijken hoe weerbaar wij als volk zijn, maar misschien is dit een goed moment om ons af te vragen of we niet zijn verworden tot een natie van zeurpieten en eerste klas zeikerds. Ik bedoel, een flinke sneeuwbui leidt al gauw tot een weeralarm. Een paar nachtjes strenge vorst leggen het openbare leven bijkans lam, want we zijn vergeten voldoende pekel in te slaan. Heb je het ooit zo zout gegeten? En het meest belachelijke is dat we niet uitgepraat raken over de welvaartsrampjes die ons overkomen. Het KNMI kondigde iets te voorbarig een weeralarm af en die vergissing werd onderwerp van Nationaal Debat. Zoals in dit polderland gebruikelijk is, kwam er al gauw een compromis: bij twijfel krijgen we een voorwaarschuwing. Goeie genade, waar gáát dit over? Een voorwaarschuwing. Iets in de trant van het kan vriezen en het kan dooien. Alsof je daar iets aan hebt. 
We worden steeds meer een naar binnen gekeerd volkje dat ondanks een surplus aan welvaart en welzijn uiterst onaangename trekjes vertoont, zoals een latent aanwezige onverdraagzaamheid die steeds brutalere vormen aanneemt. Laten we eerlijk zijn, drie decennia geleden geneerden mensen zich nog om op de Centrumpartij te stemmen, nu schreeuwen ze het op bruine internetfora van de daken. Toegegeven, ze doen het vaak onder pseudoniem, maar toch...
Haïti. Als ik de beelden van nu combineer met wat we al van dat desolate land wisten, is het net alsof ik naar een toneelstuk zit te kijken waarin een bijna ontzield lichaam, vlak voordat het de laatste ademtocht laat ontsnappen, door een mitrailleur aan flarden wordt geschoten. Eén - schrale - troost: de Haïtianen hadden al vrijwel geen infrastructuur, dus het moeten wel overlevers zijn. Maar hulp is geboden, dat spreekt. Donderdag gaan we massaal storten. Jean Pierre Geelen vroeg zich in De Volkskrant af waarom Nederlanders een week met doneren wachten tot beeldschermcoryfeeën als Paul de Leeuw, Linda de Mol en Beau van Erven Dorens laten weten dat het mag. Een goede vraag. Misschien heeft het iets te maken met dat naar binnen gerichte kuddegedrag waardoor bijna niemand meer opkijkt van promotieteams voor luie studenten.
Geef mensen, geef gul. En laten we hopen dat er voor donderdag geen voorwaarschuwing komt, laat staan een weeralarm.