Dostojevski van de thriller

Dick Francis is dood. Je kunt niet zeggen dat hij in de wieg is gesmoord. Negenentachtig. Wie zou er, behalve zij die de negentig gepasseerd zijn, niet voor tekenen? Mijn vader is ook 89 geworden, maar hij laat de wereld en dus ook mij helaas niet veertig thrillers na. Of eenenveertig. Als ik het goed begrijp, komt dit jaar in Nederland 'Afrekening op Ascot' uit. En misschien stopt de teller zelfs op 42, want ik las dat er nòg een nieuwe Francis aankomt: Crossfire. Die wordt zoals gebruikelijk een jaartje later in het Nederlands vertaald en zo kunnen we nog tot twee jaar na zijn dood van Dick Francis' onnavolgbare vakmanschap genieten

Een thriller van Dick Francis volgt een vast patroon. De hoofdpersoon is een anti held, die vrijwel altijd iets met de paardenwereld te maken heeft en het plot lijkt zo eenvoudig dat je als lezer haast gaat denken dat jij dat kunstje ook wel kunt flikken. Nou vergeet het maar. In der Beschränkung zeigt sich der Meister, daar is geen woord Francis bij. De anti helden van Dick Francis zijn allerminst doetjes. Integendeel! Naarmate het verhaal vordert, ontpoppen zij zich tot onverschrokken kerels, die de pijn van een aframmeling verbijten en met grote scherpzinnigheid ijzingwekkende complotten ontrafelen. Ach, wat is het toch heerlijk om in een weldadig warme woonkamer, onder het genot van een goed glas wijn, over de wederwaardigheden van een Francisheld te lezen. Het is meestal een maatschappelijk geslaagde man, die bij toeval op een misdadiger stuit. Dat komt hem altijd op een geweldig pak slaag te staan, dat echter volledig aan zijn doel voorbijschiet. Het schrikt de held namelijk geenszins af, nee het motiveert hem de zaak tot op de bodem uit te zoeken. Eind goed al goed. Boef onschadelijk gemaakt, held onderweg verliefd geworden... M'n liefje wat wil je nog meer? En dat alles tegen de achtergrond van het aansprekende wereldje van de paardenrennen. Nou, daar was Dick Francis wel goed mee bekend. Voor hij thrillerauteur werd, was hij een gevierd jockey. Na een val gaf hij er de brui aan en pas toen bleek dat hij nog veel meer kon dan op en neer wippen in een lederen zadel. The New York Times schreef eens: "Dick Francis niet lezen omdat je niet van paarden houdt is hetzelfde als Dostojevski niet lezen omdat je niet in God gelooft." Die uitspraak sierde lange tijd de achterflap van elke neuwe Dick Francis.
Dick Francis kon plots bedenken als de beste, maar als het op de erotische kant van de zaak aankwam, schoot hij hopeloos tekort. Daar had hij jarenlang Mrs. Francis voor, die in 2000 overleed. Vier jaar lang verscheen er niets nieuws van de hand van de meester. Dit zeer tot verdriet van zijn uitgever, want Dick Francis was/is één van de best verkochte thrillerauteurs ter wereld. Vanaf 2004 pakte hij de draad weer op, in samenwerking met zijn zoon Felix. De kwaliteit van de plots was als vanouds, maar de afdeling erotiek had duidelijk aan geloofwaardigheid gewonnen. Toen mijn vader ver voorbij de tachtig was, ging hij alle Dick Francissen herlezen. "Die boeken zijn tenminste overzichtelijk," zei hij; "Ik heb geen zin meer in thrillers waarin zoveel personen voorkomen dat ik op het laatst niet meer weet wie wie is."
Zo'n compliment krijg je niet gauw als schrijver.